De 3 belangrijkste gevolgen van chronische hyperventilatie zijn:

– Het Bohr-effect
Het Bohr-effect betekent dat wanneer er minder koolzuurgas in het bloed zit, er minder zuurstof aan de lichaamscellen wordt afgegeven. Hierdoor krijgen de cellen een tekort aan zuurstof.

Hoe werkt dit?
Je ademt zuurstof in en koolzuurgas uit. Zuurstof hecht zich aan hemoglobine in je bloed.
Koolzuurgas zorgt ervoor dat deze zuurstof kan loskomen van de hemoglobine.

Als er voldoende koolzuurgas is, kan de zuurstof gemakkelijk loskomen van de hemoglobine en aan de lichaamscellen worden afgegeven. Is er te weinig koolzuurgas, dan blijft de meeste zuurstof vastzitten aan de hemoglobine en kan het dus niet naar de lichaamscellen.

Bovenstaande afbeelding: onderzoek van Peter Litchfield: rood en lichtblauw betekent veel zuurstof in de hersenen, donkerblauw betekent weinig zuurstof in de hersenen.
Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer je een luchtbed opblaast, dan word je duizelig en draaierig.
Dat komt dus omdat de hersenen te weinig zuurstof krijgen, doordat je te veel koolzuurgas uitblaast.

– De verkramping van gladspierweefsel
Gladspierweefsel zit rondom bijna alle holtes van ons lichaam (zoals luchtwegen, slagaderen, haarvaten, darmen, blaas, etc.).
Als er weinig koolzuurgas (CO2) is, dan verkrampt het gladspierweefsel (zie afbeelding)
Zo zorgt verkramping rondom de luchtwegen voor astma, rondom slagaderen voor een hoge bloeddruk, rondom haarvaten koude handen en/of voeten en rondom de darmen voor constipatie of diarree.

– Een biochemische verstoring van het bloed
De samenstelling van het bloed verandert (de zuurgraad verandert) en daarmee ook de beschikbaarheid van mineralen (o.a. calcium, magnesium)vitamines en hormonen.